GLMC 7: 1/3e-eis, vrijgestelde percelen tellen als ‘gewasrotatie’
Bij GLMC 7 ‘Gewasrotatie op bouwland’ geldt o.a. dat jaarlijks op 1/3e-deel van het bouwland een ander gewas moet worden geteeld. Daarbij zijn bepaalde gewassen vrijgesteld. RVO heeft onlangs aangegeven dat deze vrijgestelde percelen meetellen bij het totaal areaal bouwland én dat deze percelen tevens invulling geven aan de gewasrotatie-eis. Hierdoor kunnen bedrijven met bijvoorbeeld tijdelijk grasland, dit grasland meetellen bij de invulling van deze gewasrotatie-eis.
GLMC 7 ‘Gewasrotatie’
Binnen de conditionaliteit (GLB) moeten bedrijven voldoen aan GLMC 7 ‘Gewasrotatie op bouwland’. Eén van de eisen hierbij is dat jaarlijks op 1/3e van het bouwland een ander gewas (gewascode) moet worden geteeld. Onder voorwaarden kan een bedrijf dit invullen met een volgteelt. Daarnaast zijn bepaalde bedrijven (‘meer dan 75% gras’) vrijgesteld van deze 1/3e-eis. Zie voor meer informatie ons Themabericht GLB-conditionaliteit: GLMC’s 2024.
Vrijstelling voor gewassen
Bepaalde gewassen zijn vrijgesteld van de ‘1/3e-eis’:
- Tijdelijk grasland.
- Meerjarige gewassen.
- Natte teelt.
- braak
Uitwerking ‘vrijgestelde gewassen’
Voor de ‘1/3e-eis’ telt het areaal van de vrijgestelde gewassen mee bij het totaal areaal bouwland. Vervolgens tellen de vrijgestelde gewassen ook mee voor de invulling van de ‘1/3e-eis’.
Voorbeeld
Stel een bedrijf heeft 90 hectare bouwland, waarvan 20 ha tijdelijk grasland. Voor de ‘1/3e-eis’ moet het bedrijf op 30 ha een ander gewas telen dan in het voorgaande jaar.
Aangezien het tijdelijk grasland, als vrijgesteld gewas, meetelt voor de invulling van de gewasrotatie-eis, hoeft het bedrijf alleen op 10 ha (30-20) daadwerkelijk een ander gewas te telen dan in het voorgaande jaar.
|
Meer informatie
Zie voor meer informatie de site van RVO met uitleg over GLMC 7