Diernormen gewijzigd
Meerdere diernormen zijn vanaf 2020 gewijzigd. U zult bij het opstellen van uw mestberekening rekening moeten houden met de nieuwe normen. Ook zijn de omschrijvingen van melkvee aangepast.
Graasdieren
Heeft u fokstieren en/of opfokgeiten? Voor deze dieren worden één of meerdere forfaits naar beneden bijgesteld. Voor uw melkgeiten geldt vanaf 2020 een lagere stikstof-, maar een hogere fosfaatproductie. Dit geldt eveneens voor pony’s. Voor paarden en ezels daarentegen worden de forfaits naar beneden bijgesteld.
Biologische dieren
Heeft u biologisch vee? Dan blijven de meeste forfaits ongewijzigd. Voor biologische melkgeiten is de norm wel aangepast naar 8,9 kg stikstof en 4,4 kg fosfaat per jaar.
Omschrijving diercategorieën melkvee
Vanaf 2020 zijn de omschrijvingen van de diercategorieën 100, 101 en 102 aangepast, zodat deze beter aansluiten bij het fosfaatrechtenstelsel. De overige aangekondigde wijzigingen voor melkvee zijn niet doorgevoerd.
Staldieren
Heeft u varkens? Dan mag u vanaf 2020 voor nagenoeg alle dieren rekenen met een hogere stikstofcorrectie. Door de hogere stikstofcorrectie zal de stikstofproductie lager zijn. Een stikstofgat zal dan minder snel voorkomen. Bij veel kippen, vleeskalkoenen, nertsen, konijnen en eenden zijn de normen veelal wat verlaagd.
Diernormen en eieren
Naast de forfaits voor mestproductie zijn ook enkele normen aangepast waarmee u de stikstof en fosfaat aan-/afvoer per dier bepaald. Ook de norm voor eendeneieren is aangepast. De aanpassingen zullen maar een beperkt effect hebben op uw stalbalans.
Bepaal eventueel samen met uw adviseur of u te maken heeft met een aangepast forfait. Houd bij de mestprognose rekening met de wijzigingen die voor u van toepassing zijn.